DE HEMEL IS ZEKER

Kritische vragen over geloof en redding – uitgelegd

Ga naar de uitleg

“Maar is het geloof niet de gave van God? Efeze 2:8 zegt dat toch?”

Diepere uitleg + uitgebreid Bijbelbewijs

Dit wordt zó vaak gebruikt om te zeggen:
“Zie je wel? Zelfs het geloof komt niet van jou. Je kúnt niet geloven, tenzij God jou eerst speciaal geloof gééft.”


Maar dat is niet wat de tekst zegt.
Het is een theologisch filter dat erop geplakt wordt.



Lees de tekst goed:

“Want uit genade zijt gij zalig geworden, door het geloof; en dat niet uit u, het is Gods gave; niet uit de werken, opdat niemand roeme.”

— Efeze 2:8-9

1. Wat is “dat niet uit u, het is Gods gave”?


Veel mensen zeggen meteen:
“Dat is het geloof. Zie je? Het geloof is Gods gave.”


Maar:


  • In de tekst staat niet: “het geloof is Gods gave”
  • Er staat: “gij zijt zalig geworden… en dat niet uit u, het is Gods gave.”


Het “dat” slaat op de hele redding:
zalig geworden
uit genade, door het geloof.
Het hele pakket “redding uit genade door het geloof” is
niet uit u, het is Gods gave.


En dat klopt ook met de rest van de Bijbel. Kijk maar:

“Want de bezoldiging der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven, door Jezus Christus, onzen Heere.”

— Romeinen 6:23

Wat is daar de gave?
Niet: het geloof.
Maar:
het eeuwige leven.


Precies hetzelfde principe.


Als geloof de gave zou zijn, zou de tekst zo moeten klinken:
“Want de genadegift Gods is het geloof, door Jezus Christus.”
Maar dat staat er nergens.



Steeds is de gave: het eeuwige leven / de zaligheid / de verlossing.

Wat is daar de gave?
Niet: het geloof.
Maar:
het eeuwige leven.


Precies hetzelfde principe.


Als geloof de gave zou zijn, zou de tekst zo moeten klinken:
“Want de genadegift Gods is het geloof, door Jezus Christus.”
Maar dat staat er nergens.



Steeds is de gave: het eeuwige leven / de zaligheid / de verlossing.


Wat zegt Hebreeën 11 hierover?


Dit is precies waar Hebreeën 11 schittert.


Let op:

“Door het geloof verstaan wij, dat de wereld door het woord Gods is toebereid…”

— Hebreeën 11:3

Vraag:
Was er een
speciale gave nodig om te geloven dat God de wereld schiep door Zijn Woord?


Nee.
Iedere gelovige wordt eenvoudig opgeroepen om Gods Woord te
geloven.


En dan het monumentale vers:

“Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen; want die tot God komt, moet geloven dat Hij is, en een Beloner is dergenen, die Hem zoeken.”

— Hebreeën 11:6

Hier zie je twee gigantische waarheden:


  1. Het geloof waarmee wij geloven dat God bestaat (vers 6)
  2. Het geloof waarmee wij geloven dat God de schepping gemaakt heeft (vers 3)
  3. is exact hetzelfde geloof waarmee wij geloven tot zaligheid.


Het is één en hetzelfde soort geloof:
het vertrouwen op Gods Woord omdat Hij het gezegd heeft.


De Bijbel presenteert geloof overal als iets wat de mens uitoefent in reactie op Gods openbaring — niet als een mystieke “injectie” die slechts aan enkelen wordt gegeven.


Als geloof een speciale gave zou zijn die God slechts aan bepaalde mensen geeft, dan zou Hebreeën 11 onmogelijk kunnen bestaan:


– Abel geloofde
– Henoch geloofde
– Noach geloofde
– Abraham geloofde
– Sara geloofde
– Mozes geloofde
– Rachab geloofde



In Hebreeën 11 staat nergens dat zij eerst een speciale gave ontvingen om te kunnen geloven.
Zij
geloofden Gods Woord, en God rekende het hun tot gerechtigheid (Gen. 15:6; Rom. 4:3).


Waarom is dat belangrijk?


Omdat het laat zien:


Het geloof waarmee wij in Christus geloven,
is precies hetzelfde geloof waarmee wij elk ander Woord van God aannemen.


Het is geen ander soort geloof.
Geen speciaal krachtig geloof.
Geen geheimzinnig geloof.
Geen “uitverkoren geloof”.


Het is eenvoudig:
God spreekt → de mens gelooft.


Zo werkt het voor:



  • schepping (Hebr. 11:3)
  • Gods bestaan (vers 6)
  • Gods beloften (vers 13)
  • rechtvaardiging (Rom. 4:5)
  • het eeuwige leven (Joh. 6:47)


Het is hetzelfde geloof, overal.


3. Waarom is het zo gevaarlijk om van “geloof” zelf een gave te maken?


Omdat je dan dit zegt (impliciet):

“God eist van je dat je gelooft,
maar Hij moet je eerst een speciaal soort geloof géven,
anders kún je niet geloven.”

Dan krijg je:


  • God beveelt iedereen te geloven
  • maar geeft alleen sommige mensen de “gave van geloof”
  • en veroordeelt vervolgens anderen omdat ze iets niet deden wat Hij  hen nooit gaf


Dat maakt God tot een onrechtvaardige Rechter.
En dát beeld klopt niet met de Schrift.


De Bijbel zegt juist:

“Die in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.”

— Johannes 6:47

En:

“Geloof in den Heere Jezus Christus, en gij zult zalig worden.”

— Handelingen 16:31

Dat zijn echte uitnodigingen, geen schijnbewegingen.
Geen “verborgen achterdeur” met:
“Ja, maar eigenlijk kun je dit toch niet, tenzij Ik je stiekem eerst een speciaal geloof geef.”



God bedoelt wat Hij zegt.


4. Maar komt er dan helemaal niets van God in ons geloof?


Natuurlijk komt alles uiteindelijk van God:


  • Hij geeft Zijn Woord.
  • Hij toont ons Christus.
  • Hij overtuigt de wereld van zonde, gerechtigheid en oordeel.
  • Hij nodigt, waarschuwt, belooft.


Maar het geloven is jouw reactie op Zijn Woord.


Daarom zegt de Bijbel:

“Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods.”

— Romeinen 10:17

Geloof komt niet als mystieke “injectie”,
maar ontstaat doordat je het Woord van God hoort en erop
vertrouwt.



Geloof is geen werk, geen prestatie, geen verdienste.
Maar het is wél jouw verantwoordelijkheid.


5. Denk logisch mee (zoals je zelf al zette, maar nog scherper)


Als geloof zelf een aparte gave was die jij eerst moest ontvangen, dan krijg je:



  1. God beveelt: “Geloof in den Heere Jezus Christus” (Hand. 16:31)
  2. Maar jij kunt dat niet, tenzij Hij jou eerst een bijzondere “geloofs-gift” geeft.
  3. Als je die gave niet krijgt, kun je niet geloven.
  4. Vervolgens word je veroordeeld omdat je niet geloofde.


Dat zou van God een onrechtvaardige Rechter maken.
Maar de Bijbel zegt:

“Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons Gods.”

— Johannes 3:18

“Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof… niet uit de werken, opdat niemand roeme.”

— Efeze 2:8–9

Let op:
Hij wordt veroordeeld
omdat hij niet heeft geloofd — niet omdat hij de gave van geloof niet kreeg.



Schuld ligt bij de mens, niet bij God.


6. Conclusie: wat is nu precies de “gave van God”?



Terug naar Efeze 2:8-9:

“Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof… niet uit de werken, opdat niemand roeme.”

— Efeze 2:8–9

  • De oorsprong: genade (niet wij)
  • Het middel: geloof (vertrouwen op Christus)
  • Het resultaat / het geheel: zalig geworden
  • De bron daarvan: Gods gave


De gave is:
zaligheid / eeuwig leven / vergeving / rechtvaardiging in Christus.


Geloof is de hand die die gave ontvangt.
De gave is
niet de hand — de gave is wat in die hand wordt gelegd.


7. Waarom houden sommigen zo hardnekkig vast aan “geloof is de gave”?


Omdat:


  • het past in een systeem waarin de mens volledig passief moet zijn,
  • het Calvinisme zo zijn logica overeind houdt (eerst wedergeboorte/gave geloof → dan pas geloven),
  • het de verantwoordelijkheid van de mens subtiel verschuift naar God.


Maar de Schrift is eenvoudiger en rechtvaardiger:


God:

  • biedt het leven aan alle mensen,
  • beveelt alle mensen te geloven,
  • belooft iedereen die gelooft eeuwig leven,


en houdt mensen verantwoordelijk als ze weigeren te geloven.

Kort gezegd:


  • De gave van God is niet het geloof zelf, maar het eeuwige leven.
  • Geloof is geen mystieke injectie, maar uw reactie op Gods Woord.
  • God liegt niet als Hij zegt: “Die in Mij gelooft, heeft eeuwig leven.”
  • Mensen gaan verloren omdat zij niet wíllen geloven, niet omdat zij geen geheime “geloofsgave” kregen.